Nederlandse rundveestapel nam sinds 1980 met een kwart af

Het aantal runderen in Nederland is sinds 1980 met een kwart afgenomen. Het aantal stuks jongvee voor de melkveehouderij is in 45 jaar zelfs gehalveerd.
Dat blijkt uit cijfers van het CBS. In 1980 waren er nog 5,23 miljoen runderen. Dat aantal daalde tot 3,75 miljoen in 2006. Daarna steeg het weer tot 4,25 miljoen in 2016. Sindsdien is het aantal runderen opnieuw afgenomen, tot 3,77 miljoen in 2024. De afnames hingen sterk samen met het melkquotum en de fosfaatregels.
Jongveestapel voor de melkveehouderij sinds 1980 gehalveerd
Sinds 1980 nam het aantal stuks jongvee voor de melkveehouderij af van 1,94 miljoen stuks in 1980 tot 0,97 miljoen stuks in 2024. Ook het aantal stuks jongvee voor de vleesproductie nam met 35 procent flink af tot 0,19 miljoen dieren. Het aantal melk- en kalfkoeien nam met 34 procent af tot 1,54 miljoen dieren.
Alleen aantal vleeskalveren nam toe
Alleen bij de vleeskalverstapel is een flinke stijging van 73 procent ten opzichte van 1980 te zien. Het hoogtepunt van de vleeskalverstapel lag in 2020 toen er 1,07 miljoen vleeskalveren waren. Dit is in de jaren daarna afgezakt naar 1,01 miljoen in 2024.
Evenveel jongvee voor vleesproductie als in 2023
Vorig jaar waren er in Nederland 1,54 miljoen melk- en kalfkoeien, 0,97 miljoen stuks jongvee, 1,01 miljoen vleeskalveren en 0,19 miljoen stuks jongvee voor de vleesproductie. Ten opzichte van 2023 liepen alle diercategorieën iets terug in aantal met -2 of -3 procent, alleen het aantal stuks jongvee voor de vleesproductie bleef gelijk. In 2023 waren er in totaal 3,85 miljoen runderen in Nederland.