Gezondheid

Minder kevers op mest met resten gewasbeschermingsmiddelen

De residuen in mest zijn afkomstig van gewasbeschermingsmiddelen die zijn gebruikt bij de teelt van krachtvoergrondstoffen
De residuen in mest zijn afkomstig van gewasbeschermingsmiddelen die zijn gebruikt bij de teelt van krachtvoergrondstoffen

Op mest waarin relatief veel resten van gewasbeschermingsmiddelen worden gevonden, leven minder mestkevers dan op ‘schone’ mest.

Dit blijkt uit een onderzoek van het Louis Bolk Instituut waarvan de resultaten onlangs werden gepubliceerd in een wetenschappelijk tijdschrift.

Twintig middelen in mest

De onderzoekers namen mestmonsters op zes gangbare en twee biologische melkveebedrijven uit het veenweidegebied en onderzochten deze op residuen van gewasbeschermingsmiddelen. Ook het krachtvoer dat de koeien op deze bedrijven kregen werd onderzocht. In het voer vonden de onderzoekers resten van 70 gewasbeschermingsmiddelen, waarvan er 20 ook in de mest terecht waren gekomen. Ook in de monsters van de biologische bedrijven werden residuen gevonden, maar wel veel minder en in lagere concentraties

Minder kevers, meer vliegen

De onderzoekers vervolgden hun experiment door monsters van de mest van de verschillende bedrijven buiten neer te leggen en na een en twee weken het aantal mestkevers te tellen. In de mest van de gangbare melkveebedrijven vonden ze gemiddeld 22 mestkevers per kilo. In de mest van de biologische bedrijven waren dat er ruim twee keer zo veel. Op de mest van een bedrijf waar de koeien net voor het nemen van de monsters waren behandeld met een anti-vliegenmiddel werden de minste mestkevers gevonden. Op deze mest telden de onderzoekers juist wel de meeste mestvliegen.

Trage afbraak is risico

De gevonden residuen zijn volgens onderzoekster Martine Bruinenberg afkomstig uit de teelt van krachtvoergrondstoffen, waarbij ze in toegestane hoeveelheden zijn gebruikt. ‘Maar sommige middelen breken zo langzaam af dat ze uiteindelijk schade aanrichten verderop in de voedselketen, namelijk bij de mestkevers en in de bodem’, verklaart ze. ‘Bovendien kunnen die resten zich ophopen. Wat daarvan de precieze effecten zijn, is nog onduidelijk, maar het is wel zorgelijk’, stelt ze.

Ook effect op weidevogels?

De gevonden concentraties in voer en mest vallen beneden de veiligheidsdrempel voor mens en dier. Maar dit onderzoek laat volgens Bruinenberg zien dat de concentraties wel degelijk schadelijk kunnen zijn voor de mestfauna, zoals kevers, en het bodemleven. Ze sluit niet uit dat het kleinere aantal insecten ook een effect heeft op de beschikbaarheid van voedsel voor weidevogels. Maar deze relatie vraagt volgens haar nader onderzoek.