Gezondheid

Minimaal 20.000 niet-transportwaardige runderen zijn wel consumptiewaardig

Hoewel de Europese Transportverordening voor alle EU-landen hetzelfde is, wordt er in de verschillende lidstaten anders mee omgegaan
Hoewel de Europese Transportverordening voor alle EU-landen hetzelfde is, wordt er in de verschillende lidstaten anders mee omgegaan

Per jaar zijn minstens 20.000 niet-transportwaardige runderen wel consumptiewaardig. Door gebrek aan afvoermogelijkheden wordt een groot deel van deze dieren geëuthanaseerd. Alternatieven om deze runderen af te voeren ontbreken of worden niet toegestaan. Dat heeft impact op het werkplezier van veehouders en zorgt regelmatig voor een spanningsveld bij dierenartsen. 

Dat kwam naar voren bij het symposium over niet-transportwaardige runderen op Faculteit Diergeneeskunde in Utrecht. 

Spanningsveld bij besluitvorming

Het bepalen of een dier transportwaardig is, bevindt zich vaak in een grijs gebied. Als de officiële dierenarts op het slachthuis van mening is dat de koe niet-transportwaardig is, dan volgen vaak hoge boetes voor de veehouder en de transporteur. Daarnaast ervaren dierenartsen regelmatig spanning als zij runderen keuren voor noodslacht, doordat wet- en regelgeving, dierwelzijn en economische belangen met elkaar botsen. Als een dier als noodslachting naar het slachthuis wordt gebracht en daar door de NVWA wordt afgekeurd, kan dat gevolgen hebben voor zowel de veehouder als de dierenarts. Maar wanneer een rund op het erf sterft – noodslachtingen uitgezonderd – wordt dit geregistreerd en heeft het een negatieve invloed op het puntensysteem van KoeData. Daarnaast leidt euthanasie vaak tot voedselverspilling, omdat veel niet-transportwaardige runderen wel geschikt zijn voor consumptie. 

Onderzoek naar de besluitvorming niet-transportwaardige melkkoeien

Aan de Faculteit Diergeneeskunde in Utrecht voerde Mariska Barten een onderzoek uit naar de besluitvorming rondom niet-transportwaardige melkkoeien. Dit onderzoek is gedaan in het kader van een specialisatie veterinaire volksgezondheid. Veehouders, veehandelaren, praktiserende dierenartsen en slachthuisexploitanten zijn geïnterviewd. Ook is er een enquête over dit onderwerp onder dierenartsen in Nederland en België verspreid. 

Op het symposium bleek dat dierenartsen niet altijd achter euthanasie van het dier staan. Wel om het dier uit zijn of haar lijden te verlossen, maar niet omdat regelmatig consumptiewaardige dieren niet bij het slachthuis terechtkomen. Daarnaast bleek uit het onderzoek dat 85 procent van de dierenartsen in de praktijk ziet dat veehouders niet-transportwaardige runderen langer aanhouden dan goed is, omdat de dieren naar verwachting wel consumptiewaardig zijn, maar er geen mogelijkheden zijn om het dier te laten slachten. Adequate besluitvorming en afvoermogelijkheden voor slachtwaardige, maar niet-transportwaardige runderen zijn van belang om welzijnsproblemen en voedselverspilling te beperken. 

Verschillen met andere EU-landen

Hoewel de Europese Transportverordening voor alle EU-landen hetzelfde is, wordt er in de verschillende landen anders mee omgegaan, zo blijkt uit onderzoek van Dione van Dis, student aan Faculteit Diergeneeskunde. Er zijn tussen de lidstaten verschillende interpretaties bij het beoordelen van het lijden van dieren  en de bijbehorende vervolgstappen. Zo ligt in Duitsland de focus bij een noodslachting meer op de voorwaarde slachtwaardigheid dan de voorwaarde ongeval. En in Denemarken is het onder voorwaarden toegestaan om koeien thuis te slachten voor eigen consumptie binnen het boerengezin en zijn er mogelijkheden voor zorgtransport, aanvullende maatregelen voor transport naar het slachthuis. 

Palet aan mogelijkheden nodig

Binnen de Europese Transportverordening zijn er dus nog mogelijkheden. Naar aanleiding van het symposium hebben de NVWA, het ministerie van Landbouw, Visserij, Voedselzekerheid en Natuur, KNMVD, Vee&Logistiek Nederland, ZuivelNL, de Vereniging van Slachterijen en Vleesverwerkende bedrijven (VSV) en LTO Nederland afgesproken samen verder te werken aan verbeteringen binnen de regelgeving. ‘Ik pleit voor een palet aan mogelijkheden voor niet-transportwaardige runderen’, stelde Helma Lodders, voorzitter van Vee&Logistiek Nederland bij de paneldiscussie tijdens het symposium.