Koperbemesting grasland vaak ongewenst
Grasland bemesten met koper is bijna nooit nodig en in de meeste gevallen zelfs ongewenst.
Deze conclusie trekt de Commissie Bemesting Grasland en Voedergewassen (CBGV) op basis van nieuw onderzoek. Uit analyses van Eurofins blijkt dat de kopervoorziening op grasland in Nederland bijna nooit te laag is voor een goede groei.
Koper in oppervlaktewater vaak te hoog
Grasland krijgt in het algemeen voldoende koper via drijfmest. Bij een jaarlijkse bemesting met 40 kuub drijfmest per hectare zal niet snel een kopertekort optreden. Gras heeft koper nodig voor een goede groei en ontwikkeling. Maar het gehalte in bodem en gras mag ook niet te hoog worden, omdat dit effect heeft op het kopergehalte In het oppervlaktewater. Dit is op veel plaatsen al hoger dan toegestaan.
Aanvullen via voeding meest effectief
Ook voor dieren is een goede kopervoorziening essentieel, onder andere voor de opbouw van stofwisselingsenzymen. Voor rundvee is het kopergehalte in gras vrijwel altijd te laag, zelfs als er met koper bemest wordt. Verstrekken van extra koper via bijvoorbeeld krachtvoer of een mineralenmengsel is dan ook nodig en effectiever dan proberen het kopergehalte van gras te verhogen via bemesting. Er is bovendien geen sterk verband tussen de aanwezigheid van koper in de bodem en het kopergehalte in gras.
Bemesten bij uitzondering
Het CBGV heeft op basis van de nieuwe inzichten het advies voor koperbemesting op grasland aangepast. De onderzoekers adviseren om alleen in uitzonderlijke gevallen grasland met koper te bemesten. Het gaat dan om percelen met een bodemtoestand met een laag kopergehalte, waarop meerdere jaren geen drijfmest is gekomen en waarop dieren volledig weiden die geen koper krijgen via krachtvoer, een bolus of een liksteen.