Maatschappij

Groeiende vraag consument naar vastleggen productiemethodes voedsel

De retailers en consument willen steeds meer weten van de productiewijze van voedsel
Retailers en consumenten willen steeds meer weten van de productiewijze van voedsel

Het koppelen van data aan landbouwproducten en voedsel kon wel eens een belangrijk onderdeel worden van het verdienmodel voor de Nederlandse agrarische sector.

Dat stelde Dick Veerman, oprichter van de populaire website Foodlog, tijdens een symposium van GD. ‘Vanuit de retail komt er een steeds grotere vraag naar producten waarvan de herkomst en de kwaliteit tot in de stal te volgen is’, zo stelde Veerman. ‘Partijen als Unilever vragen daar steeds meer om. Ze willen weten hoe duurzaam of diervriendelijk producten zijn geproduceerd. Bedrijven in de agrarische sector moeten daarom slimmer data aan elkaar koppelen, want er worden al erg veel data verzameld. Daar moeten echt goede systemen voor worden ontwikkeld.’

Wageningen als hoofdstad van Nederland

Veerman deed zijn uitspraken op een symposium dat in het teken stond van twintig jaar diergezondheidsmonitoring in Nederland. ‘Er zijn op Europees niveau al voorstellen om voedselproducten een label of score toe te kennen voor de impact op klimaat, duurzaamheid of diervriendelijkheid. Maar als je achter die labels kijkt, stellen de eisen echt niets voor. Daar liggen kansen voor Nederland om de kennis, de data die er over onze landbouwproducten zijn, samen te brengen.’

Volgens Veerman staat Nederland bekend om hoogwaardige landbouwproductie. ‘In het buitenland denken ze soms dat Wageningen de hoofdstad is van Nederland. De primaire agrarische productie staat hier inmiddels onder druk, maar er ligt wel een toekomst om onze kennisproducten in het buitenland te vermarkten.’

Staldeuren open houden

Ynte Schukken, directeur bij GD, kon zich wel vinden in de aanbevelingen van Veerman. ‘Het monitoringssysteem draagt eraan bij om snel te kunnen handelen bij het uitbreken van een dierziekte Maar het helpt ook om de hoge gezondheidsstatus van de Nederlandse veestapel te tonen.’

Schukken stelde wel dat de huidige werkwijze op het gebied van monitoring bijzonder is. ‘De sector zet met het monitoren op dierziekten de staldeuren wagenwijd open. Dat is een risico,omdat iedereen kan zien wat er gebeurt, alles is terug te vinden op internet. Maar we moeten die staldeuren open blijven houden. Dat kan alleen als we elkaar blijven vinden en ontmoeten. De overheid, de sector, de dierenarts en de veehouder. Dat vertrouwen om samen te willen werken aan de hoogste standaarden moeten we, ondanks alle polarisatie, blijven vasthouden.’