Mestplan Wiersma: hogere stikstofcorrectiefactor en kleinere derogatievrije zone
Om veehouders op de mestmarkt iets meer lucht te geven verkleint minister Wiersma de derogatievrije zone rondom stikstofgevoelige Natura 2000-gebieden van 250 naar 100 meter. Ook past ze met ingang van volgend jaar de stikstofcorrectiefactor aan van 10,1 naar 14 procent.
Dat zijn twee maatregelen uit het mestplan dat minister Wiersma vandaag naar de Tweede Kamer heeft gestuurd. De stikstofcorrectiefactor is een correctie voor de gasvormige verliezen op een melkveebedrijf. Tijdens de opslag van mest verdwijnt een deel van de stikstof in de lucht. Die vervluchtiging is groter dan eerder berekend. Door de hogere correctiefactor kunnen veehouders binnen de norm van 170 kilo stikstof uit dierlijke mest meer kuubs mest uitrijden.
Mestplafond aangescherpt
Beide maatregelen moeten bijdragen aan het verlichten van de druk op de mestmarkt, al zullen ze niet genoeg zijn om de melkveesector onder het aangescherpte mestplafond uit te laten komen. Dat plafond ligt per 2025 op 72,4 miljoen kg fosfaat en 268,2 miljoen kg stikstof, meldt Wiersma eveneens in de Kamerbrief. Ze verhoogt daarom ook het afromingspercentage bij de overdracht van fosfaatrechten naar 30 procent.
Verhogen graslandsubsidie
Andere maatregelen op de korte termijn zijn het vergroten van de exportmogelijkheden, het stimuleren van mestverwerking en een verhoging van de graslandsubsidie van 20 naar 50 euro per 10 kg stikstof terugval uit dierlijke mest per hectare in mestplaatsingsruimte. Daarnaast werkt de minister aan een nieuwe vrijwillige beëindigingsregeling.
Inzet: aanpassen Nitraatrichtlijn
De belangrijkste oplossing voor het mestprobleem ligt volgens Wiersma in Europa. Haar inzet voor de lange termijn is het schrappen van de norm van 170 kg stikstof uit dierlijke mest per hectare uit de Nitraatrichtlijn. In de tussentijd zet de minister zich in voor het terugdraaien van de afbouw van de huidige derogatie en voor een nieuwe derogatiebeschikking vanaf 2026.
In Europa richt Wiersma zich daarnaast op een zo snel mogelijke toelating van renure, ofwel het gebruik van bewerkte dierlijke mest als kunstmestvervanger.