Voeding

Boombladeren kunnen rantsoen aanvullen in droge periodes

Met name de schietwilg, gewone es en esdoorn bleken hoge opbrengsten per tak te leveren en goede voederwaardes te hebben
Met name de schietwilg, gewone es en esdoorn bleken hoge opbrengsten per tak te leveren en goede voederwaardes te hebben

Bladeren en jonge takken van bepaalde boomsoorten kunnen een waardevolle aanvulling zijn op het rantsoen van rundvee, vooral in periodes van zomerse droogte. 

Dat blijkt uit recent Zwitsers onderzoek. Waar grasland steeds vaker onder druk staat door hitte en gebrek aan neerslag kunnen bomen een stabielere bron van ruwvoer bieden. 

Een vijfde van het dagelijkse ruwvoerrantsoen dekken

Zwitserse onderzoekers analyseerden het voederpotentieel van zeven veelvoorkomende boomsoorten op zes melkveebedrijven in het westen van Zwitserland. Ze keken naar de opbrengst aan bladeren per tak en de voedingswaarde van zowel blad als jonge scheuten. Bij takken van vijf centimeter dik varieerde de droge stofopbrengst van bladeren van 250 tot 600 gram per tak, afhankelijk van de boomsoort. Daarmee kunnen de bladeren van enkele takken, bijvoorbeeld zes of zeven takken met een diameter van vijf centimeter van de gewone es of schietwilg, zo’n 20 procent van het dagelijkse ruwvoerrantsoen van een melkkoe dekken. 

Betere voederkwaliteit dan zomerweidegras

Met name de schietwilg, gewone es en esdoorn bleken hoge opbrengsten per tak te leveren en goede voederwaardes te hebben. Ze scoorden zelfs beter op voederkwaliteit dan zomerweidegras. De bladeren van deze bomen bevatten tussen de 153 en 180 gram ruw eiwit per kilo droge stof, en minder ruwe celstof dan gras. Daarnaast is het gehalte aan mineralen zoals calcium, magnesium, koper en zink hoog. De boswilg is ook veelbelovend vanwege zijn hoge suiker-, zink- en eiwitgehalte.

De jonge twijgen zijn volgens de onderzoekers minder interessant qua voedingswaarde, maar kunnen een nuttige bron van mineralen zijn, vooral zink, koper en calcium. Hun hoge vezelgehalte maakt ze minder geschikt als hoofdvoer.

Bladeren voeren in rantsoen

De rol van plantcomponenten, zoals tannines, moet nog verder worden onderzocht. Eerdere studies laten zien dat tanines darmparasieten kunnen onderdrukken en methaanuitstoot bij herkauwers kunnen verlagen.

De onderzoekers zien vooral mogelijkheden voor het voeren van de takken in het rantsoen, waarbij de takken worden afgezaagd en direct aan het vee worden gevoerd, in plaats van het rechtstreeks eten vanaf de boom. De boswilg zou door een hoog suikergehalte ook geschikt kunnen zijn voor inkuilen.